Society 3.0? Gaan we nu ook al in technologische termen spreken over de maatschappij? Ja zeker! Er is immers geen ontkomen meer aan, de maatschapij verandert zo snel en dat is mede te danken aan het internet. Voordat er een web 3.0 werd genoemd, zijn er uiteraard voorgangers geweest.
Web 1.0:
De allereerste ontwikkelingen op het internet. Typische kenmerken van dit web zijn:
Web 2.0:
Verwijst naar de ontwikkeling van internet tot een interactief medium. Uploaders beginnen informatie te uploaden, er wordt meer gedaan dan enken eenrichtingsverkeer. Internetgoeroe TIm O'reiley bedacht de term en situeert de omslag omstreeks 2001 na het in elkaar knappen van de internetzeepbel van het Web 1.0. Bij die populariteit van het internet hoorde een 'nieuwe' economische euforie en een 'dotcomhype'. Iedereen is hier auteur en krijgt ook de kans om auteur te zijn. Met Web 2.0 bepalen de internetgebruikers mee de inhoud die op internet verschijnt en ze verhogen zo het interactieve karakter van het web. Iedereen kan info toevoegen.
Web 3.0:
Wordt beschouwd als de derde fase van de ontwikkeling van het internet. Internettoepassingen zijn hier meer op elkaar afgestemd, kunnen samengaan of geïntegreerd worden. Onder Web 3.0 zal het praktisch mogelijk worden om meer met één combinatie van gebruikersnaam en wachtwoord toegang te krijgen tot verschillende internettoepassingen. Het wordt dan mogelijk diensten en het beheer van relaties op één manier te managen. Het wordt meer en meer mogelijk websites te bouwen met modules die voor andere toepassingen zijn ontwikkeld. Social Media websites worden geïntegreerd aangeboden die automatisch op basis van locatie en context de juiste informatie of functionaliteit bieden (Hallez, 2012).
Eigen ervaring
Ik merk zelf dat er nog niet zolang geleden erg terughoudend werd gedacht over het gebruik van mobile devices (zeker in het onderwijs!). Nu heeft bijna iedereen een tablet en delen we praktisch alles met elkaar op social media. In feite is de ontwikkeling zo snel gaande dat iedereen een tablet wil hebben en al een mobiel heeft die op internet kan. Je bent altijd bereikbaar, overal kun je iets te weten komen over hetgeen waar je voor staat. Hier liggen zeker kansen, maar ook valkuilen (zie filmpje).
In de school.
Er wordt langzaamaan positiever gereageerd op het meebrengen van eigen devices, het aanschaffen van eigen devicces en het gebruiken van social media in de klas. Leerlingen kunnen in contact komen met praktisch iedereen op de wereld middels media als Twitter en Facebook. Je moet het zeker niet overdrijven en je doel voorbij streven, maar de mogelijkheden zijn er. Het onderwijs gebruikt ze echter nog niet of nauwelijks.
Bronnen:
Hallez, A. (2012). Opgeroepen op 27-6-2014, van http://socialmediaworkbookanne.webnode.nl/:
http://socialmediaworkbookanne.webnode.nl/a03-som-web-2-0/
Web 1.0:
De allereerste ontwikkelingen op het internet. Typische kenmerken van dit web zijn:
- Eenrichtingsverkeer
- Oude, robuuste technieken
- Één kanaal
- -Alles op 1 site
Web 2.0:
Verwijst naar de ontwikkeling van internet tot een interactief medium. Uploaders beginnen informatie te uploaden, er wordt meer gedaan dan enken eenrichtingsverkeer. Internetgoeroe TIm O'reiley bedacht de term en situeert de omslag omstreeks 2001 na het in elkaar knappen van de internetzeepbel van het Web 1.0. Bij die populariteit van het internet hoorde een 'nieuwe' economische euforie en een 'dotcomhype'. Iedereen is hier auteur en krijgt ook de kans om auteur te zijn. Met Web 2.0 bepalen de internetgebruikers mee de inhoud die op internet verschijnt en ze verhogen zo het interactieve karakter van het web. Iedereen kan info toevoegen.
Web 3.0:
Wordt beschouwd als de derde fase van de ontwikkeling van het internet. Internettoepassingen zijn hier meer op elkaar afgestemd, kunnen samengaan of geïntegreerd worden. Onder Web 3.0 zal het praktisch mogelijk worden om meer met één combinatie van gebruikersnaam en wachtwoord toegang te krijgen tot verschillende internettoepassingen. Het wordt dan mogelijk diensten en het beheer van relaties op één manier te managen. Het wordt meer en meer mogelijk websites te bouwen met modules die voor andere toepassingen zijn ontwikkeld. Social Media websites worden geïntegreerd aangeboden die automatisch op basis van locatie en context de juiste informatie of functionaliteit bieden (Hallez, 2012).
Eigen ervaring
Ik merk zelf dat er nog niet zolang geleden erg terughoudend werd gedacht over het gebruik van mobile devices (zeker in het onderwijs!). Nu heeft bijna iedereen een tablet en delen we praktisch alles met elkaar op social media. In feite is de ontwikkeling zo snel gaande dat iedereen een tablet wil hebben en al een mobiel heeft die op internet kan. Je bent altijd bereikbaar, overal kun je iets te weten komen over hetgeen waar je voor staat. Hier liggen zeker kansen, maar ook valkuilen (zie filmpje).
In de school.
Er wordt langzaamaan positiever gereageerd op het meebrengen van eigen devices, het aanschaffen van eigen devicces en het gebruiken van social media in de klas. Leerlingen kunnen in contact komen met praktisch iedereen op de wereld middels media als Twitter en Facebook. Je moet het zeker niet overdrijven en je doel voorbij streven, maar de mogelijkheden zijn er. Het onderwijs gebruikt ze echter nog niet of nauwelijks.
Bronnen:
Hallez, A. (2012). Opgeroepen op 27-6-2014, van http://socialmediaworkbookanne.webnode.nl/:
http://socialmediaworkbookanne.webnode.nl/a03-som-web-2-0/